Elk stadsdeel van
Eindhoven heeft zo zijn eigen chroniqueur. Tongelre wordt behartigd door
Tonny van den Boomen, Frans Smeets ontfermt zich over Strijp, Martin op
den Buys gaat over Woensel en J. Jegerings stelde in het verleden onder
meer Gestel op schrift. Er zijn echter ook ondeugden die vrijpostig uit
hun wijk springen. Bovengenoemde Op den Buys bijvoorbeeld: deze
Woenselnaar is nu ineens bezig met een werk over Stratum. Toch enige
kilometers verwijderd van ’zijn’ wijk.
|
Martin op den
Buys met zijn ?Stratumse? paperassen aan de werktafel. (Foto
René Manders) |
Eind dit jaar moet het boek in de
winkels liggen. Dat is een hele prestatie, want eigenlijk wilde Op den
Buys (hij wordt deze maand 74) er helemaal niet aan beginnen. Na de
publicatie van zijn enorme, over twee dikke pillen verdeelde ’Groot
Memoriaal’ over Woensel – een jaar of zeven geleden – werd er
lichtjes druk op hem uitgeoefend om zoiets ook eens te ondernemen in een
andere wijk. Stratum in dit geval, want daar was eerder amper iets over
verschenen.
„Maar ja, Stratum... Als Woensels
ventje van de Broekseweg betekende Stratum voor mij vroeger niks. Een
sjieke wijk waar rijke stinkerds woonden in knotsen van villa’s. Daar
had ik niks mee. Maar goed, zo’n vier jaar geleden ben ik overstag
gegaan en er toch maar eens gaan kijken.“
Vonk
Dat viel niet mee. „Ik heb er vier
weken rondgelopen en -gefietst, maar de vonk sloeg niet over. Tót ik op
een dag op een bank in een park een praatje maakte met een oud vrouwtje,
dat vertelde hoe ze destijds van Drente naar hier was gekomen omdat haar
man een mooie baan als chauffeur kon krijgen. En tóen, ineens, was de
vonk er. Ik moest naar de Stratumse mens kijken, niet alleen naar de
materie. Dat oude mensje was mijn muze, zeg maar. Mijn inspiratie. Toen
ging het lopen.“
Resulterend in een boek van 304
pagina’s, met zo’n duizend foto’s. Op de kop getikt zoals hij dat
met het ’Memoriaal’ ook deed: overal praatjes maken, om foto’s
vragen, verhalen optekenen.
Lappendeken
„Mijn kijk op Stratum is in die zin
wel veranderd dat het natuurlijk geen wijk is met alleen maar de upper
ten. Net als bij ons zijn er ook de nodige probleemgebieden. Wat me wél
opviel is dat het echt een lappendeken is van allerlei kleine wijkjes
die onderling meer verschillen dan in Woensel, want dat is toch meer
één geheel.“
„En ja, verder blijft het toch ’n
beetje het lievelingswijkje van de gemeente, hè. Stadsschouwburg? Hup,
Stratum. Tropisch zwemparadijs? Hup, Stratum. Groot nieuw
Indoorsportcentrum? Hup, Stratum. Ik misgun het ze niet, hoor, maar het
is wel opvallend.“
Het is in elk geval Op den Buys’
laatste boek. „Eigenlijk zou iemand nog eens een standaardwerk over
het stadsdeel Strijp moeten maken, want echt, dat is zó’n mooie wijk.
Maar ja, ik ben bijna 74 en heb de laatste jaren nogal wat lichamelijke
tegenspoed gehad. Als iemand zich aan Strijp wil wagen, zal ik hem of
haar van ganser harte terzijde staan, maar zelf weer aan zoiets beginnen
– nee. Dat heb ik nu wel gehad.“
Bron
Eindhovens dagblad
|